Verslaving als kans
Van vluchten naar voelen
Door Arold Langeveld
“Arold is de ervaringsdeskundige therapeut die in de reguliere verslavingszorg ontbreekt; hij denkt anders, buiten de traditionele kaders. Daar kunnen veel mensen met een verslaving, én hun dierbaren, wat aan hebben.”
Bram Bakker, psychiater
Over de auteur
Arold Langeveld (1966) begeleidt high performers; ondernemers, CEO’s en BN’ers in het omgaan met zichtbaarheid en verslaving. Hij groeide op met twee broers met een drugsverslaving. Hij werd onder meer opgeleid door Scott Kiloby en werkte in verschillende verslavingsklinieken. In de film Alles over niets (2013) speelde hij zichzelf. Hij treedt op als spreker over non-dualiteit en verslaving.
“Arold heeft een hoop veranderd in mijn leven. Hij heeft me met rust en liefde laten zien dat ik er mag zijn, en bracht me met diezelfde rust in actie om mijn verslaving aan te pakken. Daardoor leef ik nu mijn mooiste leven.”
Dave Roelvink
Model, DJ, Mediapersoonlijkheid
“Arold helpt al heel lang en op een heel bijzondere manier mensen bij het loslaten van hun verslaving. Dit boek is een heldere en unieke weergave van zijn unieke aanpak.”
Jan Geurtz
Schrijver
Expeditie Herstel
Vers van de pers. Arold en Rick Brandsteder werden onlangs geinterviewd over hun bijzondere samenwerking in het licht van Rick’s herstel. Klik op de foto voor het hele artikel in Lef Magazine.
Nieuwe herziene uitgave!
De eerste herdruk ligt inmiddels in de winkels. De vernieuwde en verbeterde versie is hier te bestellen! Er zijn wijzigingen in aangebracht en er is tekst toegevoegd. Ook zijn de oefeningen en reflecties naar achterin het boek verhuisd. De omslag is ook enigszins veranderd. We zijn er trots op want het is een beter boek geworden! Links en rechts van deze tekst vind je door Arold ingesproken fragmenten.
Citaten
Contact
Als je op de hoogte wilt worden gehouden over nieuws en/of activiteiten rond dit boek, laat je hieronder je gegevens achter. Je krijgt dan vanzelf bericht wanneer er iets de delen is m.b.t. boekpresentaties, lezingen, meetings, etc.
Voor high performers counseling is de wachtlijst momenteel nog te lang om je te kunnen inplannen voor een intakegesprek. Als je je gegevens achterlaat, krijg je bericht als er weer ruimte is.
Vragen aan de auteur
Waarom is verslaving een kans?
Je verslaving is niet een kans; het is een heel scala aan kansen en mogelijkheden die onbenut blijven zolang je blijft gebruiken.
Je verslaving legt bloot welke zelfafwijzing, welke pijn, onvrede of trauma eronder aanwezig is. Zonder verslaving had je geen urgente reden gehad om dit aan te kijken en je ervan te bevrijden. Met een verslaving ‘moet’ je wel!
Ook brengt je verslaving je naar andere gedragspatronen waar je aan lijdt die je ‘per ongeluk’ hebt ontwikkeld als antwoord op oud zeer, kindpijn en trauma. Deze niet-werkende patronen (zoals bijvoorbeeld pleasen, ‘chronische’ boosheid, passiviteit) mogen worden losgelaten en vervangen door de moed om gevoelens toe te laten en ernaar te handelen.
Het is een kans om gelukkig en vrij te worden. Door je verslaving ben je vast komen te zitten. Klem tussen de wil niet meer te gebruiken en de wil om dat wel te blijven doen. Je verslaving doorbreken is een fantastisch bevrijdingsavontuur dat je achteraf niet had willen missen.
Ook is je verslaving een kans om te mogen ontdekken wat je al die tijd hebt onderdrukt. Met het doorbreken van je gebruik, worden alle gevoelens en emoties weer beschikbaar die je hebt ‘weggebruikt’. Ook gevoelens als passie, enthousiasme, inspiratie en blijheid zonder reden heb je er per ongeluk mee weggeduwd.
Maar alles is er nog. Jij bent er nog. je lichaam is er nog. En al je gevoelens zijn er gewoon nog. Je mag het allemaal herontdekken; wie je bent, hoe je lekker in je vel kunt zitten en hoe je gevoel kunt toelaten in plaats ervan weg te vluchten.
Waarom is het zo belangrijk om in te zien wat jouw middel je biedt?
Iemaqnd verslaving is vooral bezig met wat zijn gebruik hem kost; met wat de prijs is van zijn verslaving. Maar het is zo belangrijk om juist te kijken naar wat het je biedt!
Als je weet waar jij middel voor staat; als je weet wat je uit je gebruik haalt, geeft dat zoveel bruikbare helderheid! De kans is groot dat je inziet dat je al heel lang naar de ‘beloning’ van je middel verlangt en simpelweg geen andere manier kent dan je gebruik of verslavingsgedrag om het te bereiken.
Vraag je daarom nu af… wat haal ik er uit?
De reden dat het antwoord op de vraag ‘Wat heeft het middel (of je gedrag) je te bieden?’ zo belangrijk is, is simpel.
Als je weet of je middel voor rust, ontspanning, energie, overgave, verzachting, focus, verdoving, kick, vrijheid, geestverruiming, opwinding, bescherming of ‘voor even helemaal van de wereld zijn’ staat, kun je met je counselor onderzoeken of je
a) deze ervaring ook op een andere manier bereiken kunt
b) je deze ervaring uberhaupt nog nodig hebt als je het onderliggende zelfbeeld hebt doorzien
Succes!
Wat is je tip van de dag?
Leuke vraag! Met een simpel antwoord!
Neurieën! Ja, je leest het goed. Om je veilig verbonden te voelen met je ‘zelf’ en je lichaam is neurieën een fantastisch toegangsmiddel. Je merkt tijdens het neurieën dat de wereld om je heen minder hard binnenkomt zonder dat je je ervoor hoeft af te sluiten. Je ervaart alles vanuit een warm gevoel in jezelf wanneer je de trilling van het neurieën waarneemt in je keel en het borstgebied. Klinkt het suf? Probeer het dan uit in sociale situaties die jij als ongemakkelijk of berdreigend ervaart. Begin er vandaag maar eens mee als je gewoon over straat loopt. Wees nieuwsgierig en deel je ervaring met ons via het contactformulier op deze pagina.
Nog een tip? De Moonbird!
Ik gebruik hem zelf ook wanneer er spanning, onrust of een craving in me opkomt. Wanneer je bewustzijn toeneemt en je duidelijker in beeld hebt wat je triggers zijn, zul je ook met meer helderheid kunnen waarnemen wanneer cracing de kop op steekt. Met de Moonbird heb je dan meteen iets te doen! Je hartslag wordt rustiger en je ademhaling dieper. Je kunt de onrust zo je lijf zien verlaten. Al zoveel mensen een plezier gedaan met deze tip. Hier bestel je direct een Moonbird
Wat is de essentie van het gedachtengoed?
Dat ga je ontdekken wanneer je het boek leest maar in een notendop komt het neer op de mogelijkheid dat de verslaving aan je middel of je gedrag niet de kern van het probleem is. Het gevecht met jouw zogenaamde zelf houdt je gevangen.Het leren kennen en doorzien van dat ‘zelf’ gaat je helpen vrij te worden.’
Ik heb het al zo vaak geprobeerd; wat kan ik anders doen?
Wat je sowieso anders kan doen dan bij je eerdere pogingen is de strengheid, de zelfveroordeling en de angst uit je bevrijdingsproces te halen. Als je begint met het besef dat niets anders had kunnen gaan en dat jij niets anders had kunnen doen of laten, creëer je al een ander startpunt. Wanneer je ophoudt met jezelf te veroordelen, maak je al een beetje ruimte voor de zelfliefde die noodzakelijk is bij het doorbreken van je vluchtgedrag.
Je hardheid naar jezelf en je zelfafwijzing hebben je verslaving alleen maar verlengt omdat de vicieuze cirkel van gebruik erdoor in stand gehouden werd.
Het grootste verschil kun je maken door jezelf te vergeven voor wat voorbij is en vanaf nu zoveel van jezelf en het hier-en-nu te gaan houden dat gebruik niet meer nodig is.
Waarom is het zo moeilijk om mijn verslaving te doorbreken?
In die vraag zit een enorme aanname. Stoppen is helemaal niet zo moeilijk als je is wijsgemaakt. Het stoppen zelf is zelfs gemakkelijk en direct uit te voeren. Het willen gaan stoppen is slopend. Dan ben je er namelijk vooral over aan het nadenken en zal elke dag dat je niet stopt de zelfveroordeling en schaamte toenemen. Stoppen zelf is makkelijk en zelfs vreugdevol als je het combineert met zelfonderzoek en de nieuwsgierigheid naar wat je nu allemaal zal gaan voelen. Vertrouwen en overgave, dat zijn de sleutelwoorden. Stoppen is zoveel makkelijker DAN je denkt en zoveel lastiger ALS je denkt. Hou gewoon op met al die gedachten over je verslaving serieus te nemen. Stop en ga voelen. Wat kan je gebeuren? Hoe kan het ‘erger’ zijn dan gevangen blijven zitten in gebruik en/of gedrag dat je vervloekt en waar je jezelf elke dag weer om veroordeelt?
Hoe doorbreek ik een eetverslaving? Ik zal toch elke dag moeten eten namelijk.
Is er een andere weg dan die van geheelonthouding?
Nee.
Niet het antwoord waar je op hoopte, wellicht. Een verslaving is sluw en onberekenbaar. Zodra je jezelf weer toestaat toch weer iets te gebruiken of toe te geven aan je gedragsverslaving, zet je de deur op een kier naar het her-activeren van je verslaving.
Geheelonthouding is de weg naar duurzame vrijheid. Maar het goeie nieuws is dat je dat niet in de toekomst hoeft te doen maar alleen NU! Al die ‘nu’tjes’ bij elkaar smeden vanzelf je je toekomst. Haal daarom de tijd uit je geheelonthouding. ‘Hier en nu is het geheel wat je onthouden mag’. Meer niet.
Zijn er echt geen uitzonderingen?
Allereerst is het interessant waarom je deze vraag stelt. Kun je zien wat er in je opkomt waardoor je je er maar niet bij neer lijkt te kunnen leggen dat onthouding de juiste weg is voor wie zijn verslavingsgedrag echt zat is? Is het omdat je de nooduitgang naar jouw middel maar niet op slot wilt gooien waardoor je zo nieuwsgierig blijft naar een andere weg waarbij je wel kunt doorgebruiken? Onderzoek het.
En natuurlijk zijn er uitzonderingen. Ik heb mensen met een alcoholverslaving nog nooit in één beweging van mateloos gebruik naar gematigd gebruik zien gaan. Nog nooit. Wel ken ik hele uitzonderlijke gevallen van mensen die na vele jaren van geheelonthouding het avontuur met hun middel weer opzochten en in staat bleken op een ‘normale’ manier te drinken zonder door te schieten in mateloosheid. Vooralsnog, ik weet niet of dit zo zal blijven. Want, in alle eerlijkheid, dat zijn hele incidentele gevallen. Veel vaker heb ik het juist opnieuw zien ontsporen, ook als er als 10 jaar en langer geen druppel meer gedronken was. Het is een optie waar je misschien helemaal niet over na zou moeten denken. Abstinentie doe je nu. Niet gebruiken doe je vandaag. En morgen is het weer vandaag. En zo kun je iedere dag opnieuw beslissen dat het een prachtige dag is om niet het risico te nemen om je verslaving opnieuw tot leven te wekken.
Één zo’n uitzonderingsgeval zal ik niet snel vergeten. Ik deel het bewust met jou in de hoop je ervan te overtuigen dat er echt maar éen uitzondering is waardoor je een alternatief voor geheelonthouding zou kunnen overwegen. Zolang verslaving nog kansen biedt om door herstel en heling te kunnen ervaren volledig vrij te geraken van je middel, is dat de weg. Alleen als er helemaal niets meer te verliezen is en de alles overkoepelende overtuiging is dat je wil en zal blijven gebruiken, is het wijs om naar een gecontroleerd alternatief te kijken. Zoals in dit voorbeeld van een 74-jarige man die al een leven lang tegen zijn alcoholverslaving vocht die zijn leven behoorlijk verwoest had. Hij had een slechte dronk waarbij verbale agressie vrijkwam. Het had hem al vroeg zijn huwelijk gekost en het contact met zijn zoon en dochter was al 15 jaar verbroken. Zijn kleinkinderen had hij nog nooit gezien. Er was hem als directeur op zijn 59ste een vroegtijdig pensioen en een gouden handdruk aangeboden omdat hij ook op zijn werk niet meer naar behoren functioneerde. Vrienden had hij niet. Behalve een aantal mede-alcoholisten die hij groette in de Gall & Gall had hij nauwelijks contact met de buitenwereld. Twee keer was hij in zijn leven opgenomen in een kliniek. Beide keren begon hij binnen een half jaar weer te drinken. Hij verveelde zich in zijn leven. Hij had voor zijn gevoel niets meer te doen en niets meer om naar uit te kijken. Dus dronk hij, nu hij helemaal geen verantwoordelijkheden meer dacht te hebben, iedere dag. Het schoolvoorbeeld van drinken om niet te hoeven voelen. Zijn kindpijn en zijn volwassen pijn over zijn kinderen werd er fles na fles mee onderdrukt. Er tekende zich, terugkijkend op de laatste jaren, een duidelijk patroon af. Hij dronk steeds een maand onafgebroken. En dan twee, soms drie maanden, helemaal niet. Daar zat logica in. Na die maand met drank was hij er steeds zo slecht aan toe dat resoluut stoppen de enige optie was om in leven te blijven. Spoedopname met medicatie vanwege een delirium waren eerder regel dan uitzondering geworden. Ik ontmoette hem in de tweede maand van niet drinken nadat alcoholvergiftiging wederom voor een interventie had gezorgd. De mogelijkheid om zijn kindpijn die was ontstaan door een alcoholistische vader met losse handen aan te kijken, verwierp hij. ‘Daar is het te laat voor. Daar heb ik geen zin in. Laat die man met rust. Het was echt geen kwade vent’, zei hij. ‘En van een corrigerende tik gaat een kind heus niet dood, hoor’, zo bagatelliseerde hij zijn trauma waarin hij in werkelijkheid met structureel huiselijk geweld te maken had gehad.
Zijn eerlijkheid trof me. ‘Ik ga eerdaags weer beginnen’ zo kondigde hij aan. ‘Ik voel het aan alles. Ik zal binnen nu en twee weken weer gaan drinken. Maar als ik deze keer weer een paar weken van de wereld ben, wordt het mijn dood. Ik weet dat gewoon’. Samen we bespraken we manieren om te voorkomen dat de intense drinkperiode weer zou aanvangen en steeds duidelijker werd het dat hij écht wilde kunnen drinken, niets meer aan zijn verslaving wilde doen en geen innerlijk werk wilde verrichten om zijn gebruik bij de bron aan te pakken. Hij stond er op om te kunnen drinken. ‘Waarom niet? Ik heb niets meer om voor te leven. Niemand zit meer op mij te wachten.’ Daarna liet hij me met ‘eigenlijk ben ik gewoon heel langzaam zelfmoord aan het plegen’ merken dat
ook hij doorhad dat dit patroon van 1 maand wel en twee maanden niet drinken hem inderdaad de kop zou kosten. ‘Maar ik ga sowieso drinken, ik kan het niet tegenhouden. En dat wil ik eigenlijk ook niet meer. Waarom zou ik nog, op mijn leeftijd?, hij knipoogde erbij. We zaten een tijdje in een niet ongemakkelijke stilte tot ik mezelf ’Als je zeker weet dat je toch zal gaan drinken, hoe zou het dan zijn om eens per maand een bewust drinkmoment in te lassen? Om daarmee de druk van de ketel te halen? Zodat je niet hoeft door te schieten? ’, hoorde zeggen. Ik schrok van mijn eigen voorstel. Dit idee druiste zo in tegen alles dat ik over drankverslaving geleerd had. Maar er was ook het besef dat vasthouden aan ‘hoe het hoort’ een herhaling van zijn patroon zou betekenen. Het ging allemaal pijlsnel door me heen. ‘Dit mag ik niet voorstellen’ maar ook ‘Ieder idee moet in zijn geval een kans krijgen’.
‘Oh, dat vind ik wel een interessante gedachte’, zei hij kalm en met een glimlach. ‘Maar dat moet je me dan niet alleen laten doen. Dan gaat het geheid weer mis’.
‘Maar hoe zie je dat dan? Dat we dan samen drinken? Dat ik daar bij ben?’.
‘Ja, dat zou me wel een veilig gevoel geven’, denk ik. ‘En gezellig, natuurlijk’, met weer diezelfde glimlach. Die niet kon voorkomen dat ik bleef twijfelen. ‘Is dit niet de kat op het spek binden? Wat als het fout gaat? En wat als we dit niet uitproberen en het juist dan fout gaat als hij in zijn eentje weer op een maandenlang zuipen zet?’
Ik zal je vertellen hoe het verder is verlopen maar ik wil eerst met je delen dat ik het spannend vind om deze anekdote met je te delen. Om twee redenen. Jouw verslaafde brein zou nu al met gespitste oren willen weten hoe dit afloopt omdat het denkt een kans te zien dan misschien ook gecontroleerd te kunnen drinken. Dat zou een enorme misvatting zijn. Met een alcoholverslaving denken dat gecontroleerd drinken een optie is als er nog andere wegen onbewandeld zijn, is de verkeerde weg. Dan blokkeer je de route naar bevrijding van je middel waardoor je verslaving kan worden verzilverd als enorme kans tot zelfrealisatie. Wel denk ik dat we, en dus ook ik, door onze angst voor alternatieve manieren, een wereld aan inzicht en wijsheid laten liggen omdat we het niet durven uitzoeken. Mij was deze bijzondere kans gegund om in liefdevolle samenwerking uit te zoeken of er een alternatief kon zijn voor de geheelonthouding die hij in zijn hele leven nooit lang dan een paar weken had volgehouden. En omdat zijn herhaaldelijke periodes van bingedrinken hem steeds dichter bij zijn levenseinde brachten. Dit betrof dus een hoge uitzondering van iemand die niets meer te verliezen had en zeker wist dat hij wilde blijven drinken. Ik wil je vooral niet op het idee te brengen dat dit ook voor jou zou kunnen werken. Want jij bent hem niet. Jij zou je verslaving nog wel als kans kunnen benutten om te ontdekken wie jij diep van binnen in jezelf tot leven wekken kunt. En geheelonthouding is en blijft dus de enige realistische koers voor als je jezelf blijvend bevrijden wilt van je oude ik met zijn oude pijn en zijn oude patronen. Iemand met een alcoholverslaving zou nog geen kersenbonbon in zijn mond moeten steken als hij trouw is aan dat vrijheidsverlangen. Ik ben er door de jaren heen alleen maar meer overtuigd van geraakt.
Ten tweede vind ik het spannend omdat ik dit verhaal wel eens heb gedeeld heb tijdens de ‘Verslaving als Kans’ bijeenkomsten die ik hield. En ik toen zo’n enorme lading weerstand over me heen kreeg van aanwezigen die in de verslavingszorg werkzaam waren. Wat ik had gedaan mocht niet en het kon niet! Dit verhaal maakt angst los. Die ik herken en begrijp. Mijn idee maakte mij zelf ook bang. Het was het vertrouwen en de doortastendheid van mijn client en het feit dat er eigenlijk niet erger kon worden dan het al was waardoor we een datum prikten en elkaar twee weken later troffen op een terras met uitzicht op uiterwaarden in de Betuwe. Ik was zenuwachtiger dan hij. Hij oogde en gedroeg zich juist opvallend ontspannen. In zijn element was hij. Hij vertelde me meteen toen we zaten dat dit het terras was waar hij zijn vader vroeger kwamen. Dat hij hier had leren drinken van zijn vader toen hij nog maar net in de pubertijd was. Pas later had hij begrepen dat zijn vader hem al zo vroeg had leren drinken om zijn eigen schuldgevoel wat kleiner te maken. Wat nu dronken ze allebei. Zijn vader had het ‘hoort nu eenmaal bij een goeie opvoeding’ genoemd om het te kunnen verantwoorden. Goeie wijn was hem destijds door zijn vader voorgeschoteld en die was mijn client een leven lang blijven drinken. Die werd ook nu besteld. Na een met decorum omkleedde bestudering van de wijnkaart, liet hij de één na duurste fles rood komen. Bij het proeven en het geluidloze knikje naar de sommelier spatte de ervaring er van af. Hij genoot zichtbaar van dit schouwspel en leek nog steeds enorm op zijn gemak. Dat veranderde vanaf het moment dat de grote, wijnkelken gevuld voor onze neus stonden. Hij leek nergens anders oog voor te hebben. Ik voelde ook het contact met mij wegsijpelen omdat hij energetisch ineens niet meer beschikbaar leek te zijn. Dus greep ik in toen hij het glas naar zijn mond wilde brengen. ‘Kun je heel even wachten en je glas weer neerzetten?’, vroeg ik. Hij leek de boodschap meteen te ontvangen. Hij zette het glas terug en keek me aan. Nog voordat ik het kon vragen, gaf hij al antwoord; ‘Ik ben al weg, he? Gaat niet goed dit.’
Ik vroeg hem of hij nieuwsgierig was naar een ander soort drinken. ‘Mindful drinken’, bedacht ik ter plekke om het een beetje mysterieus te maken. ‘Klinkt goed, laat maar horen’.
Ik kreeg de regie en gebruikte deze al improviserend om eerst maar weer contact te maken met wat er naast dat glas wijn op tafel allemaal nog meer te beleven was in het hier en nu van dat moment. Ik vroeg hem allereerst te luisteren. Gewoon, naar wat er allemaal te horen was. Het geroezemoes van de andere gasten. Vogelgeluiden wat verder weg. En het motortje van een plezierbootje dat ons bewustzijn binnen vaarde op het water waar het terras op uitkeek. ‘En laten we nu een kijken naar wat er allemaal te zien is. Zie je het water, de mensen op hun fiets, de de bomen langs het water en de wolken die langzaam voorbij drijven?’ Hij nam de tijd door het rustig in zich op te nemen. En kun je zien dat er zoveel meer is dan alleen het glas rode wijn dat in je blikveld aanwezig is?’. Hij knikte instemmend. ‘En als we dan straks een slokje nemen, zullen we dan ook daar bewustzijn in brengen?’. ‘Mindful drinken’ zei hij met een guitige blik op het glas gericht. Ik vroeg hem eerst het glas beet te pakken en er nog even niets anders mee te doen dan te voelen wat er te voelen was. Dus vroeg ik hem naar de vorm van het glas, naar het contact met zijn hand en wat hij erbij voelde. Zijn continue eerlijkheid maakte het fijn en veilig om met hem samen the werken. Want daardoor wist ik wat hij echt in hem omging: ‘Ik voel dat ik de wijn nu op moet drinken. Alleen maar dat’. ‘
‘Is dat een gevoel of een gedachte?’.
‘Nou, dat weet ik niet maar zullen we nu gewoon gaan drinken?’ was zijn antwoord met lichte irritatie in zijn stem.
‘Nee, dat doen we vandaag juist niet, gewoon drinken’ waarbij ik de strengheid in mijn stem niet hoefde te spelen. ‘Gewoon drinken is wat je al een leven lang doet. Vandaag gaan we bijzonder drinken. Dat is niet jouw drinken om zo snel mogelijk van de wereld te zijn. Wij gaan drinken en ervaren dat we in de wereld zijn. Zodat we de wereld en onszelf niet verliezen maar juist verbinding ervaren met onszelf in de wereld. Dus wil ik dat je wacht met het naar je mond brengen van het glas. Dat mag pas als je je weer beschikbaar bent voor al het andere waar we ons net bewust van waren. Dus voel het glas in je hand en ook de grond onder je voeten. Bekijk het rood van de wijn maar ook het blauw van de lucht in de achtergrond. Luister naar mijn woorden en hoor dan ook de vogels nog die daar in de bomen zitten. Kijk eens naar je eigen handen en dan naar de mijne. En tot slot; als we straks wijn drinken, wil ik je vragen alle sensaties die daarbij te ervaren zijn, tot je te nemen. Voel de temperatuur en de hardheid van het glas tegen je lippen, voel hoe de wijn je mond in vloeit, proef alle smaaklagen en vooral… blijf beschikbaar! Voor mij! En voor al het andere om je heen. En voor wat jij daarbij voelt. Dan wordt dit een glas een veel ruimere en daarmee interessanter ervaring dan wanneer je het zo snel mogelijk zou legen om een volgende te kunnen bestellen.’ Ik kon aan zijn mimiek zien dat hij me gehoord had. Het gehaaste had hem verlaten. Dus kon ik het glas heffen en hem met oogcontact ‘gezondheid’ wensen. Heel rustig zag ik hem uit mijn ooghoek een klein slokje nemen. Hij hield het even in zijn mond. Sloot zijn ogen half en slikte het door. En toen zette hij het glas terug. Waar hij zichtbaar lol in had. Want met een verbaasde blik keek hij me aan terwijl hij ‘zo heb ik dus nooit gedronken’ zei. Maar zo dronken we die avond. Twee glazen rode wijn. Heel langzaam en heel bewust. Waarbij ze meer op tafel stonden dan werden vastgehouden. Zodat we echt goed konden proeven en stevig verankerd konden blijven in wat het hier en nu te bieden had. Er volgde een kaasplankje en een glaasje port om mee af te sluiten. Onze conversatie was onderhoudend, eerlijk en inspirerend. We genoten van de verbondenheid die ons was gegund in dit avontuurlijke experiment. Toen ik hem thuis had afgezet, keerde mijn angst en twijfel terug. ‘Want wat als hij nu toch doorgaat nu hij alleen is?’ Ik sliep slecht die nacht en was enorm opgelucht toen ik hem ’s ochtends in zeer goede doen aan de telefoon kreeg. Ik deelde mijn angst waar hij hard om moest lachen moest. ‘Ach jochie, toch’ zei hij vaderlijk, ‘ik loop niet in zeven sloten tegelijk, hoor. Maak je over mij maar geen zorgen’.
Dat lukte me maar moeizaam. In de weken erna had ik af en toe contact waarin hij me bij herhaling vertelde dat er een last van zijn schouders was gevallen. De laatste vrijdag van de maand in zijn agenda waarop hij kon drinken, haalde de druk inderdaad van de ketel. Hij zelf was het meest getroffen door dat hij gewoon openlijk, in het openbaar, zonder schuldgevoel of angst gedronken had en dat het was alsof hij pas voor het eerst de smaak van wijn geproefd had. We hebben dit nog vier keer herhaald. Steeds op hetzelfde terras. Hij werd steeds openhartiger over zijn geschiedenis, over zijn gevoel en toonde oprechte interesse in mijn leven. Dit was geen therapeutische relatie meer te noemen. Er ontvouwde zich een vriendschap die helaas minder lang mocht duren dan ik ons gegund had. Mijn client bleek na vier keer in staat om ook zelf te drinken en het daarbij bij 2 of 3 glazen te houden. Deze nieuwe relatie met zijn middel bracht een enorme verlichting. Hij was niet bang meer. Niet voor zichzelf en niet voor zijn verdriet. Hij kon voor het eerst ontspannen in hoe zijn leven er nu uitzag. Omdat hij niet meer op weg was. Niet naar een periode met drank en niet naar een periode zonder drank. Hij voelde zich naar eigen zeggen ‘zeer content met hoe het nu gaat’. Waar hij helaas te kort van mocht genieten. Een jaar na ons eerste terrasdate werd hij getroffen door een hartstilstand in zijn slaap. Ik kan daardoor ook niet weten of zijn bewust gepland momenten van ‘mindful drinken’ tot een langdurige en duurzame verandering hadden geleid. Ik weet alleen dat hij zich het laatste jaar van zijn leven zeer content had gevoeld. Een besef dat me verblijdt en tegelijkertijd diep ontroert.
Ik vraag me altijd af waarom gebruik zoveel voorkomt bij beroemde, rijke en succesvolle mensen?
Ja, ik krijg die vraag vaak. High performers zijn inderdaad ook vaak ‘high’ performers, zeg ik wel eens voor de grap. Er zijn uiteraard uitzonderingen maar over het algemeen is succes iets heel anders dan geluk. Als je om succesvol te kunnen blijven onder grote druk staat en ook nog eens heel zichtbaar bent door je bekendheid, is de behoefte aan ‘er even niet zijn’ nóg groter dan bij mensen met een ‘gewoon’ leven. Het feit dat je leven onder een voor iedereen zichtbaar vergrootglas ligt, kan een enorm isolerende werking hebben. Het gevoel van afgescheidenheid tot de wereld waar sowieso iedereen mee rondloopt, is uitvergroot bij mensen die beroemd zijn. Vaak zitten ze beland in een lastige spagaat waarbij ze aan de ene kant hun veiligheid en geborgenheid zoeken in hun beschermde privé omgeving. Maar zodra ze in de wereld zijn en als een soort aangeschoten wild continu herkend en aangesproken worden, weten ze niet goed hoe ze die veiligheid nog in zichzelf kunnen vinden. Als er de aanname is om vanwege een imago steeds aardig te moeten doen naar de mensen door wie ze worden aangekeken, aangestaard en aangesproken, wordt den kloof steeds groter tussen wie ze publiekelijk proberen te zijn en hoe ze zich van binnen voelen. Dan is de afgescheidenheid compleet; een verwijderd gevoel tot de buitenwereld én de binnenwereld. Dat kan een mens behoorlijk doen verdwalen. Ongeacht zijn status, succes en gevulde bankrekening. Een middel is dan wederom een directe oplossing om geen last te hebben van het zelf dat maar geen veilige plek kan vinden om in te ontspannen. Een middel kan dan de uitknop zijn na een dag onder hoge prestatiedruk. Of juist een aankoop om een zelfverzekerde, energieke versie van zichzelf aan te zetten die de show moet maken. Als cocaïne de aanknop betreft gaan die 2 versies steeds verder uit elkaar functioneren en wordt het voor de high performer steeds moeilijker om nog te weten wie hij of zij nu werkelijk is. Vooral wanneer de aan-versie die afhankelijk is van het middel geraakt is, degene is die het succes oogst en staande blijft op podia en televisie. Dan is de spitsing tussen het authentieke zelf en het alter ego zo scherp geworden dat iemand zichzelf echt is kwijtgeraakt en vaak probeert terug te vinden in de plaatjes -versie van zichzelf. Door proberen te lijken op het zelfgecreëerde succesvolle imago, blijft de high performer zoeken naar het geluk dat het plaatje van zichzelf uitstraalt. Vaak wordt dat getracht te vinden dat via het verkrijgen van succesvolle objecten zoals huizen, auto’s, een mooie partner, luxe reizen, etcetera. Het is dan best een lange terugreis om te kunnen herontdekken dat het kleine geluk doorgaans ons grote geluk is. Een terugreis die maar zelden gemaakt wordt omdat er teveel is geïnvesteerd in het plaatje en de succesvolle niet de moed heeft om zijn verkregen buitenkantsucces alsnog in te ruilen voor het nog onbekende binnenkantgeluk.
Ik herinner me een heel succesvolle voetballer. Die zich voordat hij bekend werd gelukkig en ontspannen voelde. Omdat hij genoot van zijn sport en het overzichtelijke leven dat hij leidde. Door zijn unieke talent bereikte hij de top met alles wat daarbij hoort aan geld, bekendheid en een high society als sociale omgeving. Dus verliet hij zijn vertrouwde rijtjeswoning waar hij in het weekend barbecuede met de buren en verhuisde hij met zijn gezinnetje naar een miljoenenpenthouse in een glamourstad in Zuid-Europa waar hij niet meer normaal over straat kon lopen. ‘Waar wordt jij nou echt gelukkig van, Arold?’ vroeg hij me een keer geheel onverwachts. Ik vertelde beeldend dat ik de dag ervoor mijn zoon had geleerd hoe je een fietsband plakt en dat we daar zo van genoten hadden. Van het teiltje met water om het lek te vinden en het rood-zwarte reparatiedoosje van Simson waar de bandenlichters en de plakkers inzaten. Nathan had het magisch gevonden en vond het geweldig dat hij door het zelf te repareren weer door de buurt fietsen kon. Toen ik opkeek, zag ik dikke tranen over zijn wangen rollen. ‘Precies dat. Zoals mijn vader me dat ook ooit leerde. Dat soort dingen zijn helemaal uit mijn leven verdwenen. Wij bestellen online een nieuw fietsje als een band lek is. Ik mis mijn oude leven zo.’
Ik vertel je dit in de hoop dat je je gezegend voelt met je ‘kleine leven’. Er zijn maar heel weinig schouders zo gebouwd dat ze het gewicht van roem, zichtbaarheid en groot succes met ontspanning kunnen dragen. Door de enorme schommelingen aan stofjes als endorfine en dopamine waar high performers mee te dealen hebben, is de kans veel groter dat het een drank en drugs of seks als wondermiddel omarmd worden om de emotionele schommelingen te nivelleren, te kunnen ontspannen en te kunnen voldoen aan wat de de geprojecteerde buitenwereld van hen lijkt te verwachten.
Is het boek ook bruikbaar bij anorexia nervosa?
Het mechanisme eronder is bijna altijd hetzelfde als bij alle andere verslaving; zelfafwijzing, schaamte en schuld. En dus is het boek ook zeker bruikbaar voor iemand met anorexia of voor de naasten die haar of hem liefhebben.
Je schrijft dat de gedachte 'Het is ongezellig als ik niet meedrink' niet waar is. Maar het is toch ook echt minder gezellig als je niet meer mee kunt drinken?
Ik begrijp je. Je ervaart het echt zo. Als je jouw gedachten in zo’n situatie in slow motion kon volgen zou je zien dat er eerst afwijzende gedachten over het niet-drinkende-zelf aan vooraf gaan waardoor je al met een ongezellig gevoel in jou aan zo’n samenzijn begint. Als iets in jou nog denkt dat jij ‘minder’ bent omdat jij niet kunt drinken en zij wel, is dat al genoeg om je via drank met hen te willen verbinden en de verbinding met je gevoel te willen verbreken. Als je dan ook nog verzet bij je draagt waardoor je niet accepteert dat jij ook werkelijk niet hetzelfde bent als je vrienden zonder alcoholprobleem, zal de spanning die je meebrengt al zo groot zijn dat drank de enige optie lijkt om ‘gezellig’ met hen te ontspannen. Wanneer je van jezelf gewend bent om in sociale omgevingen te drinken, zal een groot deel van je identiteit daar mee zijn gaan samenvallen. Je bent gezellig, joviaal, bourgondisch, een levensgenieter of welk ander label je als verhaal over jezelf omarmt. Stoppen met drinken kan dan voelen als het laten sterven van een deel waar je eigenlijk ook heel erg dol op bent. Als jouw angst met name gaat over je gevreesde onkunde over hoe je je nu tot je sociale kring te verhouden hebt wanneer er gedronken wordt, kun je stoppen met daar al te moeilijk over te doen. Je kunt, zoals in de vorige paragraaf al aan bod kwam, je vriendenkring en familie op een volwassen manier informeren (hoe je dat doet lees je in deel 3) en vervolgens gewoon gezellig blijven meedrinken. Maar dan met alcoholvrij bier of wijn! Wat een geluk dat ze tegenwoordig zo goed en lekker zijn geworden die alcoholvrije varianten van bier en wijn. De 0.0 bier-versies zijn er inmiddels van veel verschillende merken en ook bij de alcoholvrije wijn is het aanbod veel groter dan voorheen. Dat betekent dat je het hele verhaal over dat je niet gezellig bent als je niet meedrinkt of dat het saai is om Spa rood te drinken kunt weggooien en je net zo bourgondisch van het leven kunt genieten als dat je deed toen je nog alcohol dronk. Gewoon even flink zijn dus en overstappen. Het is nu eenmaal zo. Iemand met een allergie voor schelpdieren kan geen mosselen eten. En iemand met een alcoholverslaving kan geen alcohol drinken. Hoe lang was je nog van plan met die realiteit in conclaaf te gaan? 0.0 minuten hoop ik voor je.
In het boek wordt verwezen naar het 'interesse gesprek'; zijn daar instructies voor?
Ja, de houvast die je daarbij kunt gebruiken zijn de volgende ‘spelregels’:
– Het gesprek duurt maximaal 45 minuten.
- Vraag eerst toestemming voor het gesprek.
- Vermeld daarbij dat je alleen maar zult luisteren en dat je niet zult reageren, laat staan je verdedigen. Wat je wel kunt doen is valideren; de woorden van de ander af en toe herhalen om te checken of je ze begrepen hebt. En doorvragen als je meer wilt weten over hoe de ander iets heeft beleefd.
- Luister met je hele lichaam. Wees helemaal aanwezig in wat er met je gedeeld wordt.
- Als jouw hart geraakt wordt, laat je dat zo zijn. Onderdruk niets.
- Als jouw ego geraakt wordt, laat je dat ook zo zijn. Maar je doet er niets mee. Je reageert niet!
- Als de ander vraagt naar hoe jij het hebt beleefd, vraag je of dat in een ander gesprek aan bod mag komen. Dit gesprek gaat echt alleen maar over de geraaktheid van de ander.
- Als het te veel voor je wordt om te incasseren, vraag je om een korte time-out waarin je jezelf verhoudt tot je ademhaling.
- Als de ander na die 45 minuten nog niet het gevoel heeft dat er naar al zijn geraaktheid met betrekking tot jouw (ex-)verslaving geluisterd is, maken jullie een nieuwe afspraak. Wel stoppen na maximaal 45 minuten dus.
- Sluit het gesprek af door je dankbaarheid te tonen voor de eerlijkheid en openheid van de ander.
Hoe kijk je tegen de huidige verslavingszorg en behandelmethodes?
Met gemengde gevoelens:
Er wordt vanuit een oprechte en liefdevolle intentie elke dag weer heel mooi werk verricht door al die mensen die werkzaam zijn in de verslavingszorg. Ik heb geen enkele twijfel aan hun integriteit. Maar wel aan het opgedrongen vertrekpunt van waaruit ze invulling geven aan hun zorg. Met alle respect voor de inzet van klinieken en counselors… in de basis wordt iets heel erg over het hoofd gezien: wat is het ‘zelf’ in je client dat je aan het behandelen bent. Wie of wat in je client wil je verantwoordelijk maken voor het doen en laten van zijn lichaam. Dus wie is de ‘de gebruiker’ en wie is dan degene die dat moet stoppen? Als deze vrgane niet eerst heel goed worden onderzocht is het als ‘dweilen met de kraan open’. En dat blijkt ook uit de statistieken. Als je de cijfers ziet van mensen die na hun opname of behandeling toch weer gaan gebruiken, kun je niet anders concuderen dat er er iets fundamenteels scheef zit in de aanpak, de zienswijze en de begeleiding die mensen met een verslaving ten deel valt in de reguliere verslavingszorg.
Het is tijd voor een radicaal andere aanpak die is gegrondvest in liefdevolle intelligentie, een hollistische visie en een toptaal gelijkwaardige benadering van mensen die zichzelf per vergissing zijn kwijtgeraakt in huin verslaving.
Een aanpak waarin minder wordt gepraat en meer mag worden gevoeld. Een benadering waardoor je mag vergeten dat je een verslaving hebt in plaats van dat je er steeds weer voor bang gemaakt wordt. Een professionele begeleiding waar veel meer ruimte is voor het voelende lindividu dat door dans, zang, lichaamswerk, traumaverwerking, sport en stilte zich mag herinneren dat er nog niets verloren is en het leven nog steeds aan zijn voeten ligt.
Zou je meer kunnen vertellen over hoe de relatie met je broers veranderde door een alles veranderend inzicht dat je had?
Vechten met je eigen verslaving is een pittige klus. En vechten met de verslaving van een ander is minstens zo zwaar. Er is te weinig aandacht voor de mensen in de naaste omgeving van een verslaving. De aandacht gaat meestal naar de verslaafde. De naasten worden daarbij doorgaans een beetje vergeten. Onterecht want ook zij hebben support en wijsheid nodig om er mee om te kunnen gaan. Ik ben zelf een naaste van een verslaafde. Twee zelfs. Mijn beide broers verloren zichzelf in de jaren ’70 in een heftige harddrugsverslaving die decennia behoorlijk bepalend bleef voor het gezin waar ik in opgroeide. Ik heb in mijn relatie tot hen alle hoeken van de kamer mogen zien. Het was pijnlijk om machteloos te moeten toezien hoe zij, ook tegen hun eigen wil, voor zoveel verdriet en angst zorgden bij de rest van het gezin waar natuurlijk ook opa’s en oma’s en vrienden bij betrokken raakten. Zoals iedereen in een gezin met een verslaafde in een bepaalde rol schiet, deed ik dat ook. Op het moment zelf was ik me er niet van bewust. Het gebeurde gewoon zonder dat ik daar enige in keuze in leek te hebben. Het heeft mijn jeugd aardig verpest. Maar mijn leven als volwassene enorm verrijkt vanwege de talloze inzichten die me erdoor gegund waren.
Pas later kreeg ik helder wat er in een gezin gebeurt waarin iemand zichzelf in een verslaving verliest. In een verslavingskliniek waar ik in 2007 werkte, werd door een collega een workshop over de Family Tree gegeven. Heel beeldend werd uitgelegd hoe in bijna iedere familie waarin verslaving een rol speelt, de familieleden een bepaalde positie innemen als reactie op de verslaving hun gezinslid.
Ik deel mijn overlevingsstrategie van destijds met je omdat je er misschien iets in herkent. Mijn rol werd gekenmerkt door:
1) Het pleasen van mijn ouders door voor hen te zorgen door te doen voorkomen alsof ik zelf geen zorg nodig had
2) mijn kwetsbaarheid camoufleren omdat ik dacht dat niemand daar op zat te wachten
3) informatie over mijn broers geheim te houden naar mijn ouders en omgekeerd
4) gevoelens niet te delen omdat ik me niet kon voorstellen dat daar ruimte en aandacht voor zou kunnen zijn
5) onnatuurlijke zelfredzaamheid: al tijdens de pubertijd op een vroeg-volwassen manier verantwoordelijkheid nemen vanuit de ‘ik red me wel alleen-overtuiging’
6) de ‘goede’ zoon uithangen terwijl ik er zelf, als puber, ook vaak zin in had om er een zooitje van te maken. En dat ook deed maar dan in het geheim
7) veiligheid zoeken en vinden in het alleen zijn om daarmee de beladen sfeer thuis te ontlopen
8) liegen naar mijn omgeving vanuit schaamte over wat zich thuis allemaal afspeelde
9) steeds meer de rol van redder, mediator en ‘de wijsste’ pakken omdat niemand anders die verantwoordelijkheid nam
10) de eerste beste mogelijkheid om in het buitenland te gaan werken met beide handen aangepakt om mezelf de ruimte tot codependant gedrag te ontnemen
11) veiligheid zoeken in amoreuze relaties om ‘in te verdwijnen’
Nondualiteit verscheen in 1999 op mijn pad door het boekje ‘het Open Geheim’ van Tony Parsons. Ik las het in de zon op een ochtend bij strandtent Zuid in Den Haag. Ik kon niet stoppen met huilen. Want het gedachtegoed was allerminst nieuw voor me. Ik herkende het als bevrijdende uitkomst van een gedachtepuzzel waar ik als kind al mee worstelde. Ik zag mijn broers langzaam verdwijnen in dwangmatige gebruikers waarmee ook de verbondenheid met de rest van het gezin langzaam uitdoofde. Destructief gedrag nam het in hen over. Leugens, niet nagekomen afspraken, manipulatie en ander grensoverschrijdend gedrag werden steeds bepalender voor het contact dat er nog was. Ik zag het en wilde dan het anders was. Dat ze zich anders gedroegen. Maar iets in mij wist dat dat niet kon. Er was een verwarrend besef dat zij net zozeer veroordeeld leken te zijn tot het spelen van hun ‘slechte’ rol als ik was tot het spelen van de ‘goeie’ rol. Alsof ik daar een keuze in had! Als je twee oudere broers het ‘slechte’ pad op gaan en je ziet het verdriet en de machteloosheid bij je ouders, is het helemaal geen optie om erachter aan te gaan. Ik voelde me waarschijnlijk net zo onvrij om er een zooitje van te gaan maken als zij zich voelde om op ‘het rechte pad’ te blijven. De kaarten leken geschud. Ik schoot in de aangepaste, harmonieuze, geen conflict-modus omdat ik wel begreep dat er geen ruimte was voor het rebellerende pubergedrag dat ook in mij opkwam. Ik voelde me verantwoordelijk. Om iets goed te maken. Wat zij lieten liggen. Plaatsvervangende verantwoordelijkheid.
Toen de essentie van nondualiteit haar weg in mij wist te vinden, viel er zoveel op zijn plek! Vrije wil is een illusie. We zijn niet de doener van onze actie. Ook niet het gedoe dat we ermee veroorzaken. Er is geen Ik in mij die moreel verantwoordelijk te houden is voor de ‘keuzes’ die mijn lichaam maakte. En dat geldt ook voor mijn broers, mijn ouders, mijn zusje en ieder ander die een rol speelde in het avontuur waar wij als gezin in terecht kwamen. Schuld bestaat niet! We zijn allemaal onschuldig. Er kon alleen maar gebeuren wat er gebeuren kon en dus is er niets verkeerd gegaan. Ook niet goed. Er was slechts wat er was. En er is slechts wat er is. En ieder speelt daarin zijn of haar rol met overgave.
Ik denk dat het de ruimte was die dit hervonden inzicht me gaf dat me zo ontroerde. Er verliet me iets. Het was alsof mijn netvliezen werden schoon gewassen. Ik zag alles anders. En vanaf dat moment, kon ik een nieuwe relatie beginnen met mijn broers. Mijn neiging om hen of wie dan ook te willen redden, was verdampt. Ik zag de situatie niet langer als problematisch en hen daardoor ook niet meer als probleemgevallen waar ik een verantwoordelijkheid in had. Niet voor hen. Niet voor mijn ouders. Niet voor mezelf.
Als ik je goed begrijp gebruiken we middelen om ons negatieve zelfbeeld te ontlopen? Ik heb dat juist omgekeerd. Ik heb dat nooit hardop uit durven spreken maar ik gebruik juist omdat ik eigenlijk last heb van mijn genialiteit.
Oh, wat goed dat je dit deelt! Dank voor je moedige vraag. Ik wil er heel graag op reageren.
Wanneer je intiem contact hebt met je gevoel, sta je open. Voor wat er binnen en buiten jou verschijnt. Dan kan alles vrijuit stromen. Je emoties maar ook je liefde, je creatieve ingevingen, bijzondere gedachten en je unieke talent. Samen vormen ze een enorme kracht. Het is alsof je bent ingelogd op een bron die je van meer energie voorziet dan je lichaam hebben kan. Je ziet het veel bij kunstenaars; muzikanten, schrijvers en acteurs, bijvoorbeeld. Die overload aan inspiratie en creativiteit kunnen ze kwijt in hun kunstvorm. Maar om na afloop in de foyer een drankje te kunnen drinken met collega’s of het publiek is dan vaak een veel grotere kunst. Drank is dan een manier om gevoeligheid te verminderen. Maar ook kan het de functie hebben gekregen om niet teveel los te komen van je sociale omgeving die zich, vanuit jouw perspectief, kenmerkt door ingehoudenheid, saaiheid en middelmatigheid. De angst om als arrogant te worden ervaren en het verlangen om je toch te verbinden met andere mensen, kan ertoe leiden dat je je sensitiviteit, je kunstzinnigheid en je genialiteit via een middel probeert te dimmen. Je dient uiteraard geen enkel doel dan je zelf oppervlakkiger voor te doen dan je je voelt. Het werkt niet voor de ander maar al helemaal niet voor jezelf. Want je vervreemdt ermee van je ware aard en het is precies dat eenzame gevoel dat er volgt dat je probeert weg te drinken. Als je jezelf ‘kleiner’ maakt uit angst voor je grootsheid, is het toch weer het negatieve zelfbeeld dat er onder zit. Blijkbaar heb je een oordeel over je genialiteit, je talent, je intelligentie en de kracht die bij je past. Misschien moet je maar gewoon doen? Want dan ben je al gek genoeg? Of welk oordeel van je omstanders vrees je als je écht zou laten zien wie je bent? Er zich moet een geprojecteerd oordeel in schuilhouden waarvan jij vreest dat het nog waar is ook. Anders zou je vol overgave jezelf uithangen. Niet alleen op het podium maar overal waar jij er van jezelf helemaal zijn mag. Een kans dus voor jou. Om te onderzoeken welke gedachten over jezelf je nu nog uit de weg gaat. Zodat je ze kunt zien en loslaten.
Heb je ideeën over wat de overheid zou kunnen doen in relatie tot middelen- en gedragsverslaving?
Ja, die heb ik. Ik ben bijvoorbeeld boos en verbijsterd over het feit dat online gokken sinds kort door de overheid gefaciliteerd wordt. Ik kan er met mijn verstand niet bij. Wat kan dat in godsnaam voor goeds bijdragen aan onze samenleving? Waarom?
Dat sigaretten steeds meer uit het gezichtsveld verdwijnen is mooi maar wat mij betreft gaat het niet ver en snel genoeg. Supermarkten kiezen er nu zelf steeds meer voor om te stoppen met verkoop. En dat is terecht wanneer je je in de branche voor levensmiddelen begeeft. Ik zou het prima vinden als sigaretten niet meer verkrijgbaar zouden zijn. We moeten naar een rookvrije generatie. Praat eens 5 minuten met een longarts en je zult begrijpen dat er geen andere weg is. Natuurlijk moeten mensen die nu nog verslaafd zijn hulp krijgen in het beëindigen van hun verslaving en dan moet er gewoon een streep worden getrokken.
Over de verslavingszorg in Nederland kan ik kort zijn. Er wordt engelenwerk verricht. Door hardwerkende mensen met de zuivere intentie om mensen te laten herstellen van hun verslaving. Maar ook zit de verslavingszorg, vanuit mijn ervaring, muurvast. Nieuwsgierigheid naar een mogelijk ander paradigma om vanuit te werken, lijkt te ontbreken. Omdat de aanwezigheid van liefdevolle intelligentie en wijsheid op basis van de realiteit onder veel van de aangeboden programma’s wat mij betreft tekortschiet, zijn de resultaten niet wat je zou willen dat ze zijn. Ik denk daarom dat het goed zou zijn als zorgverzekeraars en verslavingszorginstellingen de moed zouden tonen om opnieuw te beginnen. Om echt nieuwsgierigheid te tonen naar hoe het anders kan en op te houden met het aan blijven bieden van slechts het 12-stappen programma als heilige graal. Laten we heel, heel goed luisteren naar mensen met een verslaving. Zij kunnen ons als geen ander vertellen wat werkt en wat niet werkt. En dan opnieuw kijken naar hoe we het aanbod zo kunnen vormgeven dat herstel van een verslaving samenvalt met een duurzame verandering van binnenuit.
Heb je het idee dat we verslaving als mensheid ooit onder controle krijgen?
Oh nee, zeker niet. Ik denk dat het gebruik van middelen om de nuchtere realiteit te ontlopen of de beleving te veranderen onlosmakelijk verbonden is met onze menselijkheid. De vraag suggereert dat het de bedoeling is dat we verslaving zien uit te bannen uit het leven. Dat lijkt me een kansloze onderneming. Al is het maar omdat er ook steeds weer nieuwe verslavingen ontstaan met het verschijnen van nieuwe middelen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er bijvoorbeeld momenteel mensen zijn die zich verliezen in het mateloos bij herhaling bezoeken van ayuhasca weekenden en andere begeleide ervaringen met psychedelica. Onder het mom van de ‘helende werking’ van de plant zoeken steeds meer mensen een ervaring op via dit soort middelen. Dat we transcendente ervaringen willen beleven is een gegeven. En dat zullen we blijven doen. Ik vind het alleen maar jammer dat er niet meer interesse is in manieren om dit zonder hersenvergiftigende middellen te bereiken. Ik vind het persoonlijk gewoon niet zo interessant om het zogenaamd bovenmenselijke te ervaren via een middel. Je krijgt er een inkijkje van in een zijnstoestand die je toch nooit constant bereiken kunt maar wel naar kunt terugverlangen. ‘Ik heb een nonduale ervaring gehad tijdens een paddestoelentrip. Ik wil dat nu ervaren in het gewone leven’. Hoe vaak ik zoiets niet gehoord heb de laatste jaren. Dat bedoel ik. Door het buitebngewone te hebben opgezocht, heb je het leven van alledag gedegradeerd tot gewoon. En de grap is dat al die middelenervaringen ook beschikbaar zijn via je ademhaling. Doe eens een sessie ‘circular breathing’ bij een echt goeie ademtherapeut. Je weet niet wat je meemaakt. Het verschil is dat deze trip door je hele systeem op een natuurlijke manier te dragen is. Je komt nergens waar je nog niet aan toe was. Het kan net zo hallucinerend en buitengewoon zijn als bijvoorbeeld een ayuhasca ervaring. Met diepe inzichten, gevoelens waarin je opging in het grote geheel, oogverblindend wit licht waar je in baden mocht en een ontspanningsniveau dat je zelf niet bereiken kan. Maar de reis via je ademhaling is zoveel meer in balans met je aardse hechting en ‘gewone’ menselijkheid. Waardoor de terugreis comfortabeler is en je niet, zoals bij psychedelica, met een gevoel van heimwee hoeft achter te blijven.
Zo verschijnen er steeds nieuwe middelen die en verslavende werking kunnen hebben door de rush die ze losmaken. Lachgas bijvoorbeeld kwam snel op en verdwijn t hopelijk net zo snel. Vooral op het gebied van designerdrugs is het niet bij te houden. Hippe, nieuwe chemische drugs hebben onder andere een aantrekkingskracht omdat ze nieuw zijn. Het gevaar is dat er dus nog niet veel ervaring mee is en dus hebben gebruikers geen idee wat ze slikken.
Maar ook door de voortschrijdende techniek ontstaan er verslavingen die je van tevoren niet had kunnen bedenken. Heb je bijvoorbeeld al van de nieuwste verslaving ‘micro cheating’ gehoord? Dit een een vorm van online flirten via bijvoorbeeld Whatsapp en via direct mail van social media apps waarbij de flirters door de zogenaamde afstand veel verder durven te gaan dan ze zouden doen wanneer ze live contact zouden hebben. Micro cheating maakt een rush los die vergelijkbaar is met elke andere vorm van zucht en drang. Er vult zich een spannende energie in je lijf waardoor je al het andere even vergeet. Al je aandacht gaat naar het volgende bericht dat je zou kunnen ontvangen als reactie op de jouwe. Ik vermoed dat het vooral de fysieke afstand is waardoor de flirters zich in rap tempo gewaagde teksten permitteren om te kijken hoe ver ze kunnen gaan. Je zal er niet voor worden opgenomen in een kliniek maar het schijnt op veel grotere schaal te gebeuren dan het daglicht (en het oog van een eventuele partner) verdragen kan. Schaamte en schuld zijn er allebei in aanwezig. De brandstof waardoor je alleen maar meer wilt flirtchatten om dat even niet te hoeven voelen. Het zou wat mij betreft allemaal prima zijn als je er eerlijk over zou durven zijn. Het valse element, het leugenachtige maakt het zo lelijk. Nissargadata zegt ergens: ‘Het is altijd het valse dat je doet lijden, de valse verlangens en angsten, de valse waarden en ideeën, de valse relaties tussen mensen. Verlaat het valse en je bent vrij van pijn; waarheid maakt gelukkig – waarheid bevrijdt.’
Dat zou al zo schelen. Dat we in eerste instantie eerlijk zouden worden over onze verlangens en over het gedrag dat je ziet opkomen om die verlangens te bevredigen. Die eerlijkheid zou een ander startpunt geven in de discussies over wat we met onze verslavingen aan moeten. Maar het idee dat verslaving ooit geen onderdeel meer zal uitmaken van ons leven is een utopie. Het streven niet waard, wat mij betreft. Dwangmatige patronen zijn inherent aan mens zijn. Laten we ophouden dat te gegeten te bevechten en onderzoeken hoe we het als kans kunnen benutten om te ontluiken. Zodat de luiken die je het zicht op de waarheid ontnemen, open kunnen gaan en het licht, dat je bent, kan binnenkomen.
Zijn er plekken waar jij graag naar doorverwijst wanneer iemand wil worden opgenomen?
Ik verwijs naar iedere kliniek door die plaats heeft wanneer het gaat om leven of dood en een client zo snel mogelijk tegen zichzelf moet worden beschermd. Bijna alle zorgverzekering gebonden opname faciliteiten in Nederland werken met het Minnesota model met de 12 -stappen. Dat model heeft wereldwijd al heel veel levens gered omdat het een structurele houvast biedt aan ex-verslaafden om zich van gebruik te blijven onthouden. Als het werkt, werkt het. Niets dan bewondering voor de counselors en hulpverleners op deze manier hun cliënten op de been houden. Maar het is niet voor iedereen. En zeker voor de mensen die door de jaren heen een aantal keer opnieuw aan het programma zijn begonnen, lijkt de waarde en effectiviteit af te nemen. Ze beginnen er op een gegeven moment zelfs niet meer aan. Voor de mensen bij wie het 12-stappen programma niet (meer) werkt, zou er al allang op grotere schaal een alternatief beschikbaar moeten zijn. Hoe vaak is mij de laatste decennia niet gevraagd is of ik alsjeblieft zelf een plek zou willen inrichten om op de Alheel-wijze te kunnen starten met een leven zonder gebruik? Er is grote behoefte aan een nieuw paradigma van waaruit je op verslaving kunt reageren. Een opvangmogelijkheid waarin vanuit meer diepte wordt gekeken naar de unieke kansen die mensen met een verslaving gegund is, zal er vroeg of laat komen. Een plek waar mensen kunnen ervaren dat herstel over zoveel meer gaat dan met name het niet-meer-gebruiken. Ik geloof er heilig in. Maar eigenlijk is het geen geloven maar weten. Ik zie het steeds weer. Verslaving is een kans om te mogen herinneren wie je werkelijk bent. Het is daarom mijn wens dat er plekken komen waar mensen beiden het in beide richtingen kunnen ervaren. Stoppen met gebruik om te worden wie je bent. En te worden wie je bent waardoor het gebruik met jou stopt.
Ik ben in verwarring over wat je schrijft over geheelonthouding. Kun je het toelichten?
Het werkt niet voor je verslaafde hersenen om het in het huidige moment de deur op een kier te houden voor gebruik in de toekomst. Want dat ‘ooit’ waarop jij jezelf toestaat toch weer te gaan drinken, komt sneller dan je denkt. Feitelijk kun je maar op 1 moment geheelonthouden. En dat is nu. Dat is het ook het enige moment waar je je mee bezig zou moeten houden in jouw intentie om niet te gebruiken. Morgen is al te ver weg. Maar omdat het morgen weer nu is, is dat ‘de plek’ om je abstinentie serieus te nemen. “Het nu is het geheel dat je onthouden mag”, weet je nog? Omdat je een verslaving hebt! Je bent nu eenmaal niet als iemand anders zonder een middelen- of gedragsverslaving. Daar kun je wel heel erg van balen, dat een ander wel kan drinken, snuiven of gokken en jij niet. Maar zo is het nu eenmaal. De eenzaamheid van die situatie mag op een volwassen manier gedragen worden. En niet langer steeds opnieuw met teleurstelling, verontwaardiging en verzet. Dat wordt op den duur een beetje kinderachtig.
Het is als met iedere andere giftige relatie. Je kunt het niet half uitmaken. Je zal definitief afscheid moeten nemen. Echt moeten breken. Heb je wel eens in een relatie gezeten waar je ongelukkig van werd? En het dan steeds uitmaakte en dat je dan later toch weer terugkwam bij diegene als je je eenzaam voelde? Je relatie met je middel is precies zo. Pas na de definitieve doorbraak ervaar je dat je echt beter af bent zonder die relatie. Even flink zijn, dus en doorzetten. Verbreek, omarm de rouw en de heimwee die er bij hoort maar hou vol tot je door het kantelpunt heen bent. Ineens krijg je weer lucht. Ineens trekt het licht van het gezonde leven harder aan je dan het donker van het leven met je middel. Het kan niet anders gaan. Maar wel even volhouden, dus. Het liefst met professionele hulp.
Dus abstinentie is toch echt de enige weg?
Het is niet de enige weg. Het is de enige reële weg als je serieus bent in je wens om vrij van je verslaving te geraken. Daarom vergelijk ik het met een ongezonde liefdesrelatie. Zolang je elkaar blijft zien, verandert er niets. Althans, niet echt. Ook dan ben je ongelukkig door je afhankelijkheid van die ander terwijl de relatie niet voor jullie werkt. En als je elkaar dan tijdelijk loslaat, vergeet je het ongezonde karakter van jullie relatie en verlang je naar de momenten dat jullie gelukkig waren met elkaar. Dus zoek je elkaar weer op. En dan werkt het weer niet. Precies zo verlopen veel relaties met middelen. Een tijdje niet en dan weer een tijdje wel. Als je moe genoeg bent van het onstuimige van zo’n knipperlichtrelatie, heb je iets te doorbreken. Dat doe je door abstinentie. Helemaal niet meer gebruiken. En bij een ongezonde liefdesrelatie elkaar helemaal niet meer zien of spreken. Als je door het kantelpunt heen bent, kun je die ander wel weer zien maar daar heb je bijna altijd helemaal geen interesse meer in. Die ander is dan uit je systeem. Het idee van contact trekt je simpelweg niet meer aan. Omdat het je niets meer te bieden heeft. Precies zo kan het gaan in relaties met middelen als je zowel hersteld als geheeld bent. Het middel biedt dan niets meer. Je hebt er geen interesse meer in.
Hoe weet je dat je verslaving écht voorbij is?
Dat weet je niet. Een verslaving kan altijd geactiveerd worden wanneer je opnieuw gebruikt. Zelfs na tientallen jaren. Het is net als bij een slapende vulkaan. Het vuur lijkt gedoofd maar dat is alleen omdat je niet binnen in de vulkaan kunt kijken. Dat risico op een opleving van je verslaving wil je niet nemen dus verbreek je de verbinding met jouw middel (of gedrag) het liefst definitief.
Signalen die je te kennen geven dat het zwaarste deel van je strijd gestreden is, zijn:
– je bent mentaal net zo min met gebruiken als met niet-gebruiken bezig; het hele thema trekt niet meer aan je
– je voelt liefde voor jezelf en voor het leven; de noodzaak om te vluchten heeft je verlaten
– je kunt in een omgeving zijn waar gebruikt wordt zonder dat dit craving of zucht in je losmaakt
– er kunnen heftige dingen in je leven plaatsvinden waarbij je eerste gedachte niet meer uitgaat naar het verdoven van je gevoel via je middel of gedrag
– je hebt geen last meer van een continu gevoel van schuld of schaamte; de zelfafwijzing heeft plaatsgemaakt voor zelfacceptatie
Heb jij ook een vraag?
Hieronder kun je een vraag stellen aan de auteur over wat je gelezen hebt in ‘Verslaving als kans’. Als jouw vraag zich ervoor leent, wordt deze toegevoegd aan de lijst en zal je het antwoord online kunnen bekijken.
Verslaving als Kans
KVK 27166552
© Verslaving als kans | Voorwaarden, verzending & privacy